De verborgen harmonie
is beter dan de zichtbare.
Tweedracht brengt eendracht.
Uit wanklank
ontstaat de zuiverste harmonie.
Door verandering
vinden de dingen rust.
Mensen begrijpen niet
dat alle tegendelen binnen zichzelf
met elkaar overeenstemmen.
Er is harmonie in het terugbuigen,
zoals bij de strijkstok en de lier.
De naam van de strijkstok is leven,
maar zijn werk is de dood.
Mensen zijn in waaktoestand even blind voor wat er gaande is als tijdens hun slaap.
Dwazen zijn, hoexel ze kunnen horen net als doven; voor hen geldt het gezegde: zelfs aanwezig zijn ze afwezig.
Handel en spreek niet alsof je slaapt.
Zij die wakker zijn hebben één wereld gemeen; slapenden hebben elk hun eigen wereld.
Wakker, zien we niets anders dan de dood, in slaap, niets anders dan dromen.
Alle mensen
behoren zichzelf te kennen
en gematigd te zijn.
Matigheid betrachten is de grootste deugd.
Wijsheid bestaat uit
spreken en handelen volgens de waarheid
en acht slaan op de aard van de dingen.
Wie naar mij luistert
maar de logos niet hoort,
is wijs als hij erkent
dat alle dingen een zijn.
Er is maar een wijsheid:
de intelligentie doorzien
die alle dingen met alle dingen verweeft.
Wijsheid is een en uniek;
ze is zowel genegen als ongenegen
met de naam Zeus te worden aangesproken.
God is dag en nacht, zomer en winter,
oorlog en vrede, verzadiging en behoefte.
Zeewater is tegelijkertijd zeer zuiver en zeer onrein:
het is drinkbaar en gezond voor vissen,
maar ondrinkbaar en dodelijk voor mensen.
Dag en nacht zijn van nature een.
De weg naar boven en de weg naar beneden
is een en dezelfde.
Zelfs in je slaap ben je nuttig en werk je mee
aan wat zich afspeelt in het universum.
In de cirkel
zijn het begin en het einde gelijk.
Laten we geen willekeurige gissingen maken
over de belangrijkste dingen.
Veel kennis verschaft nog geen inzicht.
Wie naar goud zoekt
graaft veel aarde op
en vindt weinig.
Zelfs al zou je alle denkbare wegen bewandelen
om de grenzen van de ziel te zoeken,
dan nog zou je die niet vinden -
zo diep is de zin van de ziel.
Een paar bezoekers
troffen Heraclitus onverwachts
bij het houtvuur waar hij zich zat te warmen.
Hij zei tegen hen:
Ook hier zijn de goden.
Ik heb zelfgezocht.
Tijd is als een kind
dat in een spel
fiches verschuift;
de koninklijke macht is in in handen van een kind.
Onverdraagzaamheid is de heilige ziekte.
Een dronkaard wordt door een jonge knaap geleid.
Hij volgt struikelend,
ziet niet waar hij gaat
want zijn ziel is vochtig.
Zielen leven graag in vochtige toestand.
Een droge ziel is het wijste en het beste.
Hoewel de logos eeuwig van kracht is,
zijn de mensen toch niet in staat hem te begrijpen -
niet alleen voordat ze hem vernomen hebben
maar zelfs nadat ze hem vernomen hebben.
We zouden ons moeten laten leiden
door wat we allen gemeen hebben.
Alhoewel we allen de logos gemeen hebben,
leven de meeste mensen toch
alsof ze een eigen intelligentie bezitten.
De menselijke natuur heeft maar een beperkt inzicht,
de goddelijke natuur heeft volledig inzicht.
De mens is niet rationeel,
maar wordt door intelligentie omgeven.
Het goddelijke ontsnapt aan de aandacht van de mens omdat hij het niet geloven kan.
Hoewel de mens nauw met de logos is verbonden,
zet hij zich er voortdurend tegen af.
Hoe kun je je verbergen voor licht dat nooit ter kimme neigt.?
Dit universum
is voor iedereen gelijk.
Het werd niet geschapen door een god of een mens,
maar was, is en zal zijn
een eeuwiglevend vuur
dat zichzelf regelmatig aanwakkert
en zichzelf regelmatig dooft.
De fasen van het vuur zijn honger en verzadiging.
De zon is elke dag nieuw.
De dingen zouden er niet beter voorstaan
als ze zich voltrokken
volgens het verlangen van de mens.
Pas als je het onverwachte verwacht
zul je op de waarheid stuiten
want ze is moeilijk te vinden
en moeilijk bereikbaar.
De natuur houdt zich graag schuil.
De Heer wiens orakel in Delphi zetelt
spreekt noch verheelt -
maar geeft tekens.
In dezelfde rivier stap je en stap je niet.
Je kunt niet tweemaal in dezelfde rivier stappen.
Alles vloeit en niets is blijvend.
Alles maakt plaats voor iets anders en niets
blijft bij 't oude.
Het koude wordt warm, het warme koud.
Het vochtige wordt droog, het droge vochtig.
Ziekte maakt gezondheid aangenaam,
het kwade maakt het goede aangenaam;
honger, verzadiging;
vermoeidheid, rust.
Het is een en hetzelfde of je leeft of dood bent,
wakker of in slaap, jong of oud.
Het ene aspekt verandert altijd in het andere
en het andere wordt weer het ene;
plotseling, onverwacht, de ommekeer.
De natuur verstrooit en verzamelt.
Alles heeft zo zijn eigen seizoen.